Beëlzebub Vriend Hannes, wat zie ik, trakteert gij op wijn? Welnu, 'k ben nieuwsgierig hoe of hij zal zijn. Van al wat men heeft is de wijn toch het best, het is of een engel je tongetje lest. Vriend Hannes, da’s fijn, ’k maak u mijn compliment, ik zeg u, zo’n glaasje, dat smaakt mij patent. refrein: Kom, stoten wij lustig tezamen eens aan, wij hebben nog tijd om ter helle te gaan; wij hebben nog tijd om ter helle te gaan!
refrein
Vriend, Hannes, ik zeg u, tot mijn groot verdriet, gij vindt in de helle zo'n druivesap niet. Hoe langer hoe beter bevalt mij die wijn, ik wilde wel eeuwig op ’t wereldrond zijn. Geloof mij vriend Hannes, 'k ga nooit naar de kroeg, maar eens aan het drinken, krijg ik nooit genoeg.
refrein
refrein
Maar Hannes, waar moet het met U dan toch heen? Zo 'k zie, houdt gij U niet meer recht op de been. Ik houd van de wijn die zich zelve zo looft, maar krijg het waarachtig reeds van in ’t hoofd. Heb daarvoor geen zorgen, ik breng u er wel, en heet met een glaasje u welkom ter hel.
refrein Schwarze Peter Welnu dan, gij fopt mij, geloof ik terdeeg, gij hebt tezamen drie flessen pas leeg. Een flesje champagne, dat smaakt u weer goed, dat reinigt het hoofd en het zuivert het bloed. Ik heb nog een fles Carte-Noire bewaard, die drinkt u tezamen ten afscheid aan d'aard. Beëlzebub refrein
Champagne! Vriend Hannes, gij doet mij veel eer, al dragen mij nu mijn twee benen niet meer. Zeg mij eens, waar vind ik die fles bij de hand, er ligt hier geen enkele fles in de mand. Een glaasje, ik bid u, dan moeten we gaan, maar 'n fles vol champagne laat ik hier niet staan.
refrein
|
Schinderhannes
refrein: Kom, stoten wij lustig tezamen eens aan, wij hebben nog tijd om ter helle te gaan; wij hebben nog tijd om ter helle te gaan! Ja, voor wij gaan wagen den lastigen rit, geef ik U het best, wat mijn kelder bezit. Ja, Beëlzebub, proef die Pauillac maar terdeeg en drink ondertussen uw glaasje eens leeg. Proef vrij wat bouquet hij aan ’t kernige paart, 'k verklaar U geen betere bestaat op deez' aard.
refrein
refrein
Wel, drinken wij dan nog eens lustig op aard, totdat ik ga rijden aanstonds op uw staart. Kom, laat het u smaken en blijf nog wat hier, want samen te drinken geeft mij veel plezier. Ik drink met dit glas op uw heil, Beëlzebub, lang leve de keizer der duivelenclub.
refrein
refrein
refrein
refrein
|